Ronselbeding gelijk aan concurrentiebeding

Recentelijk heeft de rechtbank een uitspraak gedaan betreffende het ronselbeding, waarbij deze gelijk wordt gesteld aan een relatiebeding. Waar een ronselbeding eerder juist niet werd gezien als een relatie- of concurrentiebeding, verplicht deze nieuwe uitspraak werkgevers tot het opnemen van een schriftelijke motivatie in de arbeidsovereenkomst over de noodzakelijkheid van het beding wegens zwaarwegende bedrijfs- en dienstbelangen.

Concurrentiebeding al eerder niet toegestaan

Op grond van de Wet werk en zekerheid was het al niet meer toegestaan een concurrentiebeding op te nemen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, tenzij er een schriftelijke motivatie is opgenomen en er sprake is van een noodzakelijk bedrijfsbelang. De Hoge Raad bevestigde in 2017 dat deze regel ook van toepassing is op een relatiebeding.

Het anti-ronselbeding

Het doel van een anti-ronselbeding is om de werknemer een verbod op te leggen om na het einde van het dienstverband  andere werknemers van de werkgever of zelfstandigen die voor de werkgever  werkzaamheden verrichten te bewegen om hun relatie met de werkgever te beëindigen en voor de nieuwe werkgever te gaan werken. Met andere woorden: het is verboden je oud-collega’s ‘weg te lokken’.

De betreffende zaak speelde tussen ABAB Accountants en een oud werknemer (de gedaagde), welke een bepaalde tijd arbeidsovereenkomst had bij ABAB van één jaar als recruiter. Daarna is de oud werknemer gaan werken bij BDO Accountants en Belastingadviseurs. Daar heeft de gedaagde een LinkedIn bericht ontvangen van een nog bij ABAB werkzame oud-collega met een vraag over een openstaande vacature bij BDO. De gedaagde heeft dit bericht beantwoord en uiteindelijk een afspraak met de oud-collega gemaakt voor een selectiegesprek. Even later is de oud-collega bij BDO in dienst getreden.  Dit heeft ertoe geleid dat ABAB werkneemster liet weten in strijd met het anti-ronselbeding te hebben gehandeld en nakoming vorderde van werkneemster van het beding als vermeld in artikel 10 van de arbeidsovereenkomst en betaling van de verschuldigde boete (€ 25.000).

Beperkende aard van het beding

De vraag of het ronselbeding in deze zaak valt onder artikel 7:653 BW moet naar het oordeel van de kantonrechter worden beantwoord aan de hand van de door het beding opgeworpen beperkingen. Indien de bedongen beperkingen betrekking hebben op de bevoegdheid van de werknemer om na het einde van de arbeidsovereenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn, dan valt het beding onder artikel 7:653 BW. De gedaagde voerde aan dat het beding haar beperkte in haar bevoegdheid om op zekere wijze werkzaam te zijn na het einde van een dienstverband. Zij was en is bij beide werkgevers werkzaam als recruiter en haar functie bestaat uit het werven van personeel. Het anti-ronselbeding beperkt haar dus in de uitoefening van deze functie.

De kantonrechter stelde gedaagde hierin in het gelijk en oordeelde dat het tussen partijen gesloten ronselbeding valt onder artikel 7:653 lid 1 BW.

Altijd een motivering opnemen

Uit deze uitspraak valt niet direct te concluderen dat een ronselbeding zonder motivatie en zwaarwegende bedrijfsbelangen áltijd nietig is, omdat het in deze zaak ging om een recruiter die door het anti-ronselbeding beperkt werd om bij de concurrent te werken. Toch is het verstandig om in ieder geval een motivatie op te nemen in bepaalde tijd overeenkomsten wanneer er een ronselbeding wordt gebruikt.

Wilt u weten of de beperkende bedingen in uw arbeidsovereenkomst stand houden of aanpassing verdienen? Neem dan contact op met één van onze bedrijfsjuristen!

Start typing and press Enter to search