Compensatie van de transitievergoeding

Compensatie van Transitievergoeding arbeidsongeschikte werknemer: gaat het Wetsvoorstel nog wel door?

In december 2016 is een wetsvoorstel ingediend waarin wordt voorgesteld werkgevers volledig te compenseren voor de kosten van de transitievergoeding bij ontslag van een werknemer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

Wat hield dit wetsvoorstel precies in?

Werkgevers beschouwen het als onrechtvaardig om voor arbeidsongeschikte werknemers ook nog een transitievergoeding te betalen bij einde van het dienstverband na 2 jaar ziekte. Zij hebben dan namelijk al twee jaar het loon tijdens ziekte doorbetaald en kosten gemaakt gericht op de re-integratie van de werknemer in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever.

Veel werkgevers houden hun werknemers na die tweejaarstermijn daarom maar in dienst in een ‘slapend dienstverband’, zodat zij geen transitievergoeding hoeven te betalen.
Dat zou na de invoering van het Wetsvoorstel niet meer nodig hoeven te zijn. De bedoeling was dat het UWV een compensatie aan werkgevers zou betalen gelijk aan de hoogte van de transitievergoeding. Het plan was om deze compensatie met terugwerkende kracht toe te kennen tot 1 juli 2015: de datum waarop de transitievergoeding in werking trad.

Vier beperkingen

Om misbruik van deze regeling te voorkomen, zijn wel vier beperkingen ingebouwd:

  1. Geen hogere compensatie dan de transitievergoeding waarop een werknemer recht zou hebben op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever eindigt;
  2. De compensatie zal niet meer bedragen dan het tijdens ziekte van de werknemer door de werkgever betaalde loon. Maximaal dus compensatie voor het doorbetaalde loon over de twee jaren arbeidsongeschiktheid van de werknemer;
  3. Een eventuele verlenging van de loondoorbetalingsperiode vanwege een loonsanctie, telt niet mee bij de berekening van de hoogte van de compensatie;
  4. Bij een beëindiging met wederzijds goedvinden zal er nooit meer aan compensatie worden verstrekt dan de transitievergoeding waar recht op zou geweest als de arbeidsovereenkomst door opzegging of ontbinding zou zijn geëindigd.

Wanneer gaat het Wetsvoorstel in?

Dat is op dit moment niet te zeggen. Het Wetsvoorstel is controversieel verklaard.
Omdat er op dit moment sprake is van een demissionair kabinet, is de behandeling van het Wetsvoorstel uitgesteld door de Tweede Kamer: ze gaan er pas mee aan de slag als er een nieuw kabinet is.

Dat betekent dat werkgevers er niet meer op kunnen rekenen dat zij per 1 januari 2019 een compensatie voor een betaalde transitievergoeding krijgen.
De kans bestaat dat het wetsvoorstel überhaupt niet door de Eerste of Tweede Kamer komt. Er is namelijk nogal wat kritiek op het wetsvoorstel. De Raad van State is van mening dat dit voorstel de oplopende kosten bij arbeidsongeschiktheid van een werknemer niet verhelpt. De compensatie wordt namelijk gefinancierd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Werkgevers draaien uiteindelijk via verhoging van de premies nog steeds zelf op voor kosten van uitbetaalde transitievergoedingen aan arbeidsongeschikte werknemers. Daarnaast zal de regeling volgens de Raad van State tot hoge uitvoeringskosten leiden voor het UWV en een grote administratieve impact hebben.

Wat te doen als werkgever?

Doet een werkgever er nu wel of niet verstandig aan om een dienstverband met een 2 jaar arbeidsongeschikte werknemer “slapend” voort te laten bestaan of juist te beëindigen?

Slapend laten voort bestaan, brengt het risico met zich mee dat een werknemer toch herstelt en zijn baan terug claimt. Bovendien bouwt de aanspraak op transitievergoeding verder op. Eventuele compensatie zal beperkt zijn tot de hoogte van de transitievergoeding op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever eindigt. De opbouw tijdens het slapend bestaan van de arbeidsovereenkomst, wordt niet gedekt.

Beëindiging via het UWV betekent afrekenen van de transitievergoeding zonder dat zeker is dat in de toekomst hiervoor compensatie kan worden gekregen.|

Maak als werkgever vooral een bewuste keuze om achteraf niet voor verassingen komen te staan. De arbeidsjuristen van de Raadgevers helpen u graag bij deze lastige afweging en het maken van de juiste keuze in uw specifieke geval.

Deze blog is geplaatst door mw mr. J. van der Woude
Senior bedrijfsjurist bij De Raadgevers en expert op het gebied van het arbeidsrecht.

Uw bedrijf kan gebruikmaken van de kennis en ervaring van De Raadgevers. Onze gespecialiseerde juristen zorgen ervoor dat u juridisch up-to-date bent en blijft. Daardoor bent u voorbereid, kunt u de kosten binnen de perken houden maar belangrijker nog, u bent altijd bij.  Dat noemen wij ‘Ondernemen met een voorsprong!’

Bel 088 133 11 33 of mail service@deraadgevers.nl en informeer naar de mogelijkheden.

Start typing and press Enter to search