Kan een animatiefilmpje als Europees merk worden beschermd?

Op 7 maart 2023 werd er door de Kamer van het EUIPO (Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie) uitspraak gedaan in een zaak over het al dan niet inschrijven van een animatiefilmpje als Uniemerk.

Feiten

In deze zaak ging het om een animatiefilmpje dat werd gemaakt voor een vertrekkende werknemer. Aanvraagster wilde dit filmpje inschrijven als Uniemerk, aangezien er een aantal waren en diensten werden getoond, denk hierbij aan boeken, wijn en activiteiten.

Het Bureau stelt echter dat het aangevraagde merk op grond van artikel 7(1)(b) UMW (Verordening inzake het Uniemerk) ‘elk onderscheidend vermogen mist met betrekking tot de waren en diensten’. Volgens het Bureau kan het filmpje niet worden onderscheiden van andere ondernemingen, tonen de teksten in het filmpje geen enkele vorm van samenhang, is het merk te complex en zou het publiek het merk niet aan een onderneming kunnen koppelen, waardoor het filmpje enkel als ‘grappig verhaaltje’ kan worden gezien. Ook zou er geen link bestaan tussen het Uniemerk en een commerciële bron, nu het onderwerp geen waarneembaar product of dienst betreft. Mede door bovenstaande stelt het Bureau dat het animatiefilmpje niet als Uniemerk geregistreerd kan worden.

Aanvraagster voerde hiertegen verweer en stelde dat een ‘grappig verhaaltje’ ook onderscheidend kan worden opgevat. Daarnaast stelt het Bureau zelf dat voor kwalificatie als geldige bronindicator niet is vereist dat het publiek zich elk detail van het merk zou moeten kunnen herinneren. De hoofdlijn, namelijk het feit dat Super Simon (werknemer) afscheid neemt, zal door het publiek wel worden herinnerd. Het feit dat het merk te complex is doet ook niet ter zake, nu een multimediamerk (een combinatie van beeld- en geluidselementen) nou eenmaal uit veel verschillende onderdelen bestaat. Daarnaast voldoet het merk aan alle voorwaarden voor registratie, denk aan een duidelijke weergave, toegankelijk, begrijpelijk, onderscheidend en objectief. Tevens stelt aanvraagster dat er aan multimediamerken veel hogere eisen worden gesteld dan andere merken. Ook is het volgens aanvraagster niet relevant wat de oorspronkelijke beweegredenen van het filmpje zijn om te bepalen of het onderscheidend genoeg is. Een ‘grappig verhaaltje’ kan ook onderscheidend zijn.

Oordeel

De Kamer stelt aanvraagster in het gelijk. Multimediamerken zijn nu eenmaal complex, maar ze zijn wel ‘normaal’ geworden onder het publiek. Het merk kan als onderscheidend worden beschouwd, indien het merk het publiek in staat stelt de betrokken waren en diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen of personen. De Kamer acht het animatiefilmpje, gelet op het voorgaande, onderscheidend en is dus niet in strijd met art. 7(1)(b) UMW.

Tip

Steeds meer dingen, zoals multimediamerken, kunnen als Europees merk worden geregistreerd. Het recht is hieromtrent volop in beweging. Heb je vragen over dit onderwerp? Neem dan contact op met een van onze bedrijfsjuristen!

Start typing and press Enter to search