Neutraal beleid: in hoeverre kan de vrijheid van meningsuiting worden ingeperkt?

In arbeidsrelaties is er regelmatig sprake van het “opleggen” van een neutraal beleid door de werkgever, met als doel dat de onderneming of instantie neutraliteit uitstraalt. Dit beleid kan op verschillende kwesties worden toegepast. In deze zaak gaat het om de coronapandemie. Een actueel onderwerp waar het neutrale beleid ook een rol zou kunnen gaan spelen is bijvoorbeeld het Gaza conflict. Het hof bellicht in deze zaak of en in hoeverre de vrijheid van meningsuiting van werknemers kan worden ingeperkt als er sprake is van een neutraal beleid.

Feiten

Werknemer is op 1 januari 2011 in dienst getreden van SOVON in de functie van technisch onderwijsassistent. Tijdens de coronapandemie hanteerde SOVON ter zake van het vaccineren tegen corona een zogeheten neutraal beleid. Het beleid beperkte de werknemers in het actief informeren over de vraag of leerlingen en medewerkers zich wel of niet zouden moeten laten vaccineren.

Werknemer heeft zich diverse keren geuit over deze kwestie, terwijl werknemer op de hoogte was van het beleid. SOVON is hierover meerdere keren met werknemer in gesprek gegaan en heeft werknemer gevraagd hiermee te stoppen. Desondanks hebben de herhaalde gesprekken en waarschuwingen er niet toe geleid dat werknemer zijn gedrag heeft aangepast. Werknemer gaf geen gehoor en bleef doorgaan met het ter discussie stellen van het vaccinatiebeleid.

Met deze reden werd werknemer in februari 2022 geschorst. Vervolgens heeft werkgever een ontbindingsverzoek ingediend bij de kantonrechter. Dat verzoek werd toegewezen. Werknemer heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt dat de arbeidsverhouding tussen partijen voldoende is verstoord, omdat werknemer een ‘weigerachtige houding’ aanhield bij het opvolgen van de instructies van SOVON. SOVON heeft werknemer veelvuldig aangespoord tot naleving van de voorschriften en hem uitdrukkelijk gewezen op de consequenties van zijn weigering om daaraan mee te werken.

SOVON heeft naar oordeel van de rechter niet in strijd gehandeld met het recht op vrijheid van meningsuiting. SOVON heeft de mening van werknemer over de coronavaccins aangehoord en heeft werknemer hier niet om veroordeeld. Zij heeft hem laten weten dat zijn mening wordt gerespecteerd. Een beperking van de grondrecht vrijheid van meningsuiting is bij de wet voorzien als de uitlatingen onrechtmatig zijn en als daarbij beide belangen worden afgewogen.

Conclusie

Een beperking van de vrijheid van meningsuiting valt in sommige gevallen te rechtvaardigen. Deze beperking kan een sterke rol gaan spelen bij het Gaza conflict wat nu actueel is. Werkgevers kunnen ervoor kiezen om met betrekking tot dit conflict een neutraal beleid te hanteren. In hoeverre de vrijheid van meningsuiting in dat geval beperkt kan worden, zal nog moeten blijken.

Tips

Als werkgever moet je erg alert zijn op kwesties die een rol kunnen gaan spelen binnen je bedrijf. Een neutraal beleid is in sommige gevallen een optie, maar zeker niet in alle gevallen. Het beperken van de vrijheid van meningsuiting van medewerkers is een ingewikkeld proces.

 

Heb je vragen over dit artikel? Neem dan contact op via 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl

Start typing and press Enter to search