De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA)

In Nederland ontbreekt een wettelijke regeling voor een dwangakkoord buiten faillissement. Op dit moment kan een onderhands schuldsaneringsakkoord alleen tot stand komen als alle betrokken vermogensverschaffers (schuldeisers en aandeelhouders) daarmee instemmen. Een individuele vermogensverschaffer heeft hierdoor een prikkel om instemming te weigeren om daarmee een betere positie voor zichzelf te creëren. Hierdoor is het moeilijk en vaak onmogelijk tot overeenstemming te komen. Het gedrag van één of enkele dwarsliggende schuldeisers of aandeelhouders kan er dus toe leiden dat de onderneming alsnog failleert of dat de andere vermogensverschaffers, om een faillissement te voorkomen, een onevenredig deel van de herstructureringslasten voor hun rekening moeten nemen. De WHOA biedt een oplossing voor dit probleem.  Dit wetsvoorstel regelt in de Faillissementswet dat de rechtbank een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders betreffende de herstructurering van schulden kan goedkeuren.

 

Eenvoudiger tot akkoord met WHOA

Met de WHOA wordt het voor ondernemingen eenvoudiger om een akkoord te bereiken met de schuldeisers en aandeelhouders over de herstructurering van schulden. De WHOA ziet primair op ondernemingen die vanwege een te zware schuldenlast insolvent dreigen te raken, maar die nog wel beschikken over bedrijfsactiviteiten die levensvatbaar zijn. Het maakt voor schuldenaren mogelijk hun schulden te saneren door middel van het aanbieden van een onderhands akkoord. De homologatie (goedkeuring) van dit akkoord leidt ertoe dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. Schuldeisers of aandeelhouders die niet met het akkoord hebben ingestemd, kunnen toch aan het akkoord worden gebonden als de besluitvorming over en de inhoud van het akkoord aan bepaalde eisen voldoen. De term dwangakkoord wordt hiervoor gebruikt. Eén van de belangrijkste voorschriften is dat de schuldeisers en aandeelhouders in de gelegenheid moeten zijn geweest om zich via een stemming over het akkoord uit te spreken. Bovendien geldt dat een dwangakkoord alleen aan de orde kan zijn als dit in de gegeven omstandigheden gerechtvaardigd is.

 

Voorwaarden WHOA

Er moet voldaan zijn aan de volgende voorwaarden:

  1. De onderneming verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij insolvent zal raken.
  2. Doel van het akkoord kan zijn:
    het afwenden van een dreigend faillissement die na een herstructurering van de schulden weer financieel gezond is, of
    b. de afwikkeling van een onderneming die geen overlevingskansen meer heeft en die ook niet meer zal krijgen, waarbij een beter resultaat wordt behaald dan wanneer die afwikkeling zou plaatsvinden in faillissement.
  3. Uit de stemming die zal plaatsvinden blijkt dat er in ieder geval één categorie (ook wel klasse genoemd) van betrokken schuldeisers of aandeelhouders is die het akkoord met de vereiste meerderheid steunt.
  4. Het akkoord is redelijk, wanneer schuldeisers en aandeelhouders erbij gebaat zijn of in ieder geval er niet op achteruit gaan, als het akkoord tot stand komt.
  5. Als de schuldeisers of aandeelhouders kunnen aantonen dat het akkoord onredelijk is, omdat zij op basis van het akkoord in een aanmerkelijk slechtere positie komen dan in faillissement, wijst de rechter het homologatieverzoek af.

De WHOA maakt het ook mogelijk dat de schuldenaar eenzelfde soort akkoord ook buiten faillissement kan aanbieden.

De schuldenaar kan het traject voor het tot stand brengen van een akkoord zelf in gang zetten. Echter is het ook mogelijk dat de schuldeisers, aandeelhouders of de binnen de ontneming ingestelde ondernemingsraad (OR) het initiatief neemt.

 

Vragen over WHOA

Indien je vragen hebt over de WHOA of over andere faillissementsrechtelijke aspecten, neem dan contact met ons op en vraag naar onze faillissementsspecialist, mr. R.A. (Rémon) Brand

Start typing and press Enter to search