Wet Modernisering Personenvennootschappen

De huidige regeling, in Boek 7A Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Koophandel, dateert uit de 19e eeuw en beantwoordt onvoldoende aan de behoefte van hedendaagse gebruikers.

Vanaf 1 januari 2021 treedt daarom de nieuwe wet ‘Modernisering Personenvennootschappen’ in.
De nieuwe wet faciliteert ondernemers en beroepsbeoefenaars bij het starten, voortzetten en beëindigen van hun activiteiten, door te voorzien in een nieuw modern wettelijk kader voor personenvennootschappen. De nieuwe wet beoogt een duidelijke en eenvoudige regeling te bieden met passende waarborgen voor vennoten en schuldeisers.

 

De nieuwe wet in hoofdlijnen met de belangrijkste wijzigingen

 

Rechtsvorm

De huidige regeling voorziet in drie rechtsvormen, namelijk: de maatschap, de vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CV).  Met de nieuwe wet wordt dit aantal teruggebracht van drie naar twee rechtsvormen.  De commanditaire vennootschap (CV) blijft bestaan. Maar de VOF en maatschap worden samengevoegd onder de naam ‘Vennootschap’. Beide vormen kunnen voor zowel beroeps- als bedrijfsactiviteiten worden gebruikt.

Onder de huidige regeling kunnen beoefenaren van beroepsactiviteiten kiezen tussen de maatschap of vennootschap onder firma als rechtsvorm. Terwijl beoefenaren van bedrijfsactiviteiten alleen de vennootschap onder firma beschikbaar hebben. Het belangrijkste verschil tussen deze twee rechtsvormen ligt voornamelijk in de aansprakelijk van de vennoten voor schulden. Bij de maatschap zijn maten aansprakelijk voor gelijke delen, terwijl vennoten van de VOF hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het geheel. Dit onderscheid tussen de maatschap en de vennootschap onder firma verdwijnt dan ook.

 

Rechtspersoonlijkheid

Een andere belangrijke wijziging is dat de vennoten zullen profiteren van het ontstaan van rechtspersoonlijkheid bij het aangaan van een vennootschap. Rechtspersoonlijkheid maakt het toe- en uitreden van vennoten mogelijk en zorgt ervoor dat de goederen eenvoudig aan de vennootschap overgedragen kunnen worden. Richting derden kunnen vennoten namens de vennootschap handelen. Het ontstaan van rechtspersoonlijkheid maakt het tevens voor een bank aantrekkelijker om financiering te verlenen. Eventuele beperkingen in vertegenwoordigingsbevoegdheid moeten in het handelsregister zijn ingeschreven, willen zij jegens derden werken.

 

Aansprakelijkheid

Naar geldend recht ontstaat bij de vennootschap en de maatschap die naar buiten toe handelen een bijzonder, van het privévermogen van de vennoten afgescheiden vermogen. De schuldeiser kan de maten of vennoten van een personenvennootschap direct en hoofdelijk aanspreken (in hun privévermogen) voor schulden die zij als personenvennootschap zijn aangegaan.
Onder de nieuwe wet wordt eerst de vennootschap zelf aangesproken. Pas als deze geen verhaal biedt, kunnen de vennoten zelf aangesproken worden. Daarnaast is het zo dat, indien een opdracht aan de personenvennootschap wordt opgedragen, en deze opdracht wordt door slechts één vennoot uitgevoerd, dan is slechts deze vennoot (in privé) aansprakelijk.

Naar huidig rechts is een commanditaire vennootschap een bijzondere vorm van vennootschap waaraan een vennoot deelneemt die verbonden zal zijn voor de verbintenissen van de vennootschap jegens derden. Als belangrijke vernieuwing geldt dat de commanditaire vennoot voortaan handelingen voor de vennootschap mag verrichten, op basis van een door de andere vennoten verstrekte volmacht. Nu geldt er nog een verbod op dergelijke handelingen. Dit is niet langer van deze tijd.

 

Verplichtingen en zekerheden

Om vast te stellen welke vennoot wat moet bijdragen in het vermogen van de vennootschap en wie recht heeft op welk gedeelte van de winstuitkering, voorziet de nieuwe wet in een jaarlijkse verplichting tot het vaststellen van een staat van baten en lasten, en het vaststellen van een resultaat. Daarnaast moet er een deugdelijke administratie worden bijgehouden. Dit biedt nieuwe mogelijkheden voor ondernemers om financiering aan te trekken, doordat het eenvoudiger wordt om op de rechtsverhouding tussen vennoot en vennootschap zekerheidsrechten te vestigen, zoals een vruchtgebruik of pand. Dit geeft een geldschieter, zoals een bank, meer zekerheid dat het geleende bedrag wordt terugbetaald.

 

Toe- en uittreden vennoot

De huidige wet voorziet niet in de toe-of uittreedregeling. In de praktijk moet de oude vennootschapsovereenkomst worden ontbonden en moet een nieuwe worden gesloten of voorziet de vennootschapsovereenkomst in ingewikkelde verblijfs- en overdrachtsbedingen.
De nieuwe wet maakt het eenvoudiger om toe- en uit te treden, op basis van de bestaande vennootschapsovereenkomst.  Een uittredende vennoot is vanaf 5 jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt pas na toetreden aansprakelijk voor alsdan opeisbare vorderingen. Dit verlaagt de drempel om via een personenvennootschap een onderneming te drijven.  Bij uittreding zal de uittreder bovendien recht hebben op een uittredingsvergoeding, gebaseerd op de waarde van het aandeel van de vennoot in het bedrijf.

De opheffing van een vennootschap kan tegengegaan worden wanneer één van de vennoten of maten overlijdt of uittreedt.

Heb je vragen over de nieuwe wet Modernisering Personenvennootschappen of andere ondernemingsrechtelijke vragen, neem dan contact op met De Raadgevers, mr. R.A. (Rémon) Brand

 

Start typing and press Enter to search