Actueel: Versobering ontslagvergoeding aan banden

De Wet Werk en Zekerheid (WWZ) (ingevoerd op 1 juli 2015) was bedoeld als een versobering van alle “gouden” handdrukken bij ontslag. In eerste instantie bestaat onder de WWZ  alleen recht op een transitievergoeding. Echter, een werknemer die onterecht ontslagen wordt kan naast de transitievergoeding aanspraak maken op een billijke vergoeding. De Hoge Raad heeft recent echter de versobering van de ontslagvergoeding aan banden gelegd.

Hoe de hoogte van deze billijke vergoeding wordt bepaald, is niet in de wet vastgelegd. Het kon daardoor een groot verschil maken bij welke Rechtbank de billijke vergoeding werd gevraagd. De ene rechtbank was veel eerder geneigd een hoge billijke vergoeding toe te kennen dan de andere.
Afgelopen vrijdag heeft de Hoge Raad duidelijkheid gegeven over de gezichtspunten die betrokken moeten worden bij het beoordelen van de hoogte van de billijke vergoeding.

De casus

De zaak ging om een kapster die na 25 jaar in strijd met alle ontslagregels werd ontslagen toen de kapsalon in handen kwam van nieuwe eigenaren. De kapster werkte 4,5 uur per week en verdiende een loon van € 224,51 bruto per maand. Zij kreeg van de rechter naast een transitievergoeding van
€ 1.596,- nog een billijke vergoeding van € 4.000,- mee.

Hoe oordeelden de meeste rechters tot nu toe?

Tot dusver werden de specifieke gevolgen van het ontslag voor de werknemer niet meegenomen in de beoordeling. De reden hiervoor was dat deze gevolgen al geacht werden verdisconteerd te zijn in de transitievergoeding.

Rechters volgden tot nu toe de Kamerstukken. Hierin is neergelegd dat de hoogte van de billijke vergoeding in relatie moet staan tot het ernstig verwijtbare handelen of nalaten van de werkgever en niet tot de gevolgen van het ontslag voor de werknemer. De billijke vergoeding moest een punitief (bestraffend: een soort boete) en afschrikwekkend karakter voor de werkgever hebben. Het gebruik van deze criteria om de hoogte te bepalen, leidde tot sterk uiteenlopende rechtspraak over de billijke vergoeding.

Wat zegt de Hoge Raad nu?

In de uitspraak van 30 juni 2017 wijkt de Hoge Raad hiervan af.
Volgens de Hoge Raad gaat het Hof uit van een onjuiste rechtsopvatting omdat een afweging moet worden gemaakt van alle omstandigheden van het geval. Ook de gevolgen van het ontslag, zoals inkomensverlies en de lengte van het dienstverband kunnen meewegen in het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding.

Wat betekent dit nu voor de werkgever?

Het bepalen van de hoogte van de billijke vergoeding lijkt ineens weer individueel maatwerk te worden. Het gaat niet alleen om het beboeten van de werkgever of het preventief karakter van de vergoeding. Ook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer tellen nu weer mee.
Het gaat er uiteindelijk om dat de werknemer wordt gecompenseerd voor het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

Voor werkgevers betekent dit oppassen geblazen bij ontslagen! Het is belangrijker dan ooit “ernstige verwijtbaarheid” en billijke vergoedingen te voorkomen. Laat u bij (naderende) arbeidsconflicten tijdig adviseren door onze ervaren arbeidsrechtjuristen! Voorkomen is immers beter dan genezen.

Deze blog is geschreven door mevr. mr. J. van der Woude, senior bedrijfsjurist en arbeidsrecht-expert bij De Raadgevers.

Uw bedrijf kan gebruikmaken van de kennis en ervaring van De Raadgevers. Onze gespecialiseerde juristen zorgen ervoor dat u juridisch up-to-date bent en blijft. Daardoor bent u voorbereid, kunt u de kosten binnen de perken houden maar belangrijker nog, u bent altijd bij.  Dat noemen wij ‘Ondernemen met een voorsprong!’

Bel 088 133 11 33 of mail service@deraadgevers.nl en informeer naar de mogelijkheden.

Start typing and press Enter to search