Lockdownmaatregelen reden voor redelijke wijziging overeenkomst wegens onvoorziene omstandigheden

Op 12 januari2022* oordeelde de Rechtbank Noord-Holland dat de lockdownmaatregelen tijdens de coronapandemie onvoorziene omstandigheden zijn in de zin van artikel 6:258 BW.  Op grond van onvoorziene omstandigheden kan de Rechter de gevolgen van een overeenkomst wijzigen of deze geheel of gedeeltelijk ontbinden. Er is sprake van onvoorziene omstandigheden als deze bij de totstandkoming van overeenkomst in de toekomst zijn gelegen en als deze omstandigheden niet in te calculeren zijn.
Dan is het redelijk om de “pijn” tussen contractspartijen te verdelen, aldus de Rechtbank.

*(ECLI:NL:RBNHO:2022:150)

 

Casus

Een uitzendbureau heeft vijf arbeidskrachten voor de periode 15 maart t/m 1 juni 2020 uitgeleend aan een schoonmaakbedrijf dat voornamelijk werkzaam is in de horecasector.  Per 15 maart 2020 wordt echter alle horeca van overheidswege gedwongen gesloten als gevolg van de coronapandemie. Veel werkzaamheden vallen weg en de overheid treft een NOW-regeling. Vanaf 22 maart 2020 betaalt het schoonmaakbedrijf de facturen voor de ingeleende arbeidskrachten niet meer. Zij meent dat het uitzendbureau NOW moet aanvragen voor de ter beschikking gestelde arbeidskrachten. Het uitzendbureau reageert hierop dat het schoonmaakbedrijf de volledige facturen dient te voldoen en dat verrekening zal plaatsvinden na vaststelling van de NOW-vergoeding.

Een paar maanden later treft het uitzendbureau met vier van de vijf arbeidskrachten een vaststellingsovereenkomst. Het uitzendbureau maakt gebruik van de NOW, maar is niet (meer) bereid deze vergoeding in mindering te brengen op de facturen aan het schoonmaakbedrijf. Het uitzendbureau vordert betaling van de facturen. Het schoonmaakbedrijf voert in haar verweer aan dat zij de openstaande facturen niet (volledig) hoeft te betalen, omdat de lockdownmaatregelen als gevolg van de coronapandemie zouden kwalificeren als onvoorziene omstandigheden, waardoor de overeenkomst moet worden gewijzigd.

Oordeel

De Rechtbank oordeelt dat het leerstuk van onvoorziene omstandigheden de meest voor de hand liggende oplossing is om overeenkomst ten tijde van de coronapandemie te wijzigen. De rechtbank haakt daarbij aan bij de rechtspraak uit het huurrecht over dit leerstuk.

Partijen konden de coronapandemie en de daarbij komende lockdownmaatregelen niet voorzien bij het tot stand komen van de inleenovereenkomst. De rechtbank acht het daarom redelijk het financiële nadeel 50 / 50 tussen partijen te verdelen , omdat dit nadeel niet in de risicosfeer van de ene noch de andere partij ligt. De “pijn” bestaat uit de openstaande hoofdsom minus de verkregen NOW-vergoeding die het uitzendbureau voor de betreffende werknemers heeft ontvangen.

Tips voor de praktijk

  • Houd er rekening mee dat mogelijke nieuwe lockdownmaatregelen in het najaar als gevolg van de coronapandemie waarschijnlijk niet meer als onvoorziene omstandigheid zullen gelden. Dit is immers een situatie waar we tegenwoordig rekening mee kunnen houden.
    Daarom raden wij aan in contracten en algemene voorwaarden hierover afspraken te maken;
  • Mogelijk rechtvaardigen de inval in Oekraïne en de economische sancties, op dit moment een beroep op onvoorziene omstandigheden.
    Neem daarom contact op met je accountjurist als ten gevolge van deze situatie contracten niet meer nagekomen (kunnen) worden. Wij kunnen adviseren hoe met deze situatie om te gaan en de afspraken aan te passen.

Deze blog is geschreven door mr Judith van der Woude – Verstrijden , senior jurist bij De Raadgevers BV.

 

Start typing and press Enter to search