De zorgplicht van de stalhouder

‘Gezondheidsdienst waarschuwt voor eikelvergiftiging bij paarden’, ‘veel sterftegevallen paarden door jacobskruiskruid’ en ‘paardenbeul slaat opnieuw toe’. Het is slechts een kleine greep uit een groot aantal recente nieuwsberichten, waaruit steeds maar weer opnieuw blijkt op hoeveel manieren de gezondheid van het paard in gevaar kan komen. Als eigenaar doe je er uiteraard alles aan om de risico’s zoveel mogelijk beperken, maar wanneer je je paard bij iemand anders gestald hebt, sta je er niet alleen voor. Wat mag er eigenlijk van de stalhouder worden verwacht wanneer het gaat om de veiligheid en gezondheid van het paard?

Stallingsovereenkomst paard

In de meeste gevallen zal er door de stalhouder en paardeneigenaar een stallingsovereenkomst worden ondertekend. Hierin is doorgaans niet alleen de huur van de paardenbox geregeld, maar is ook bepaald wat partijen over en weer van elkaar mogen verwachten met betrekking tot de verzorging van het paard. Zo kan in de overeenkomst bijvoorbeeld worden vastgelegd welk voer er wordt gegeven en of de stalhouder een paard, al dan niet voorzien van beenbescherming of een deken, in de wei, paddock of stapmolen moet zetten. Indien deze concrete afspraken niet worden nageleefd en het paard hierdoor gewond raakt of ziek wordt, kan de klant de stalhouder aanspreken op grond van wanprestatie.

Zorgplicht stalhouder

Om ervoor te zorgen dat de stalovereenkomst niet te lang en onoverzichtelijk wordt en omdat afspraken over de verzorging van het paard nogal eens veranderen, zien we in de praktijk dat stalovereenkomsten doorgaans maar weinig concrete afspraken bevatten. Dat een specifieke bepaling over een bepaald aspect van de verzorging van het paard ontbreekt, wil echter niet zeggen dat er op dit punt niets van de stalhouder kan worden verwacht. Op hem rust immers altijd nog de algemene zorgplicht, op grond waarvan hij verplicht is om ervoor te zorgen dat de paarden, die door anderen onder zijn hoede zijn gebracht, adequaat worden verzorgd en veilig zijn. Deze zorgplicht brengt bijvoorbeeld met zich mee dat de stalhouder ervoor moet zorgen dat zijn weides vrij zijn van bloemen, planten of (vruchten van) bomen die schadelijk kunnen zijn voor het paard. Ook het kracht- en ruwvoer dat wordt aangeboden, dient van goede kwaliteit te zijn. Daarnaast mag, zeker gelet op de vele zorgwekkende nieuwsberichten die de laatste tijd in de media voorbijkomen, van een stalhouder worden verwacht dat hij zich inspant om te voorkomen dat ongewenste en kwaadwillende bezoekers zijn terrein betreden.

Conclusie

Of er nu een stallingsovereenkomst is gesloten of niet, op een stalhouder rust dus altijd een zorgplicht ten aanzien van de dieren die bij hem zijn ondergebracht. Hoewel het risico op ongelukken en incidenten nooit volledig kan worden uitgesloten, mag van een staleigenaar wel worden verwacht dat hij er alles aan doet om schade te voorkomen en beperken. Wanneer het toch fout gaat, kunnen de claims van paardeneigenaren behoorlijk oplopen, dus een stalhouder doet er goed aan om regelmatig de risico’s te inventariseren en te zorgen voor passende (preventieve) maatregelen.

Start typing and press Enter to search