Case voorwaardelijke ontbinding van arbeidsovereenkomst

Enige tijd geleden stond onze collega mr. Marjon Joosten onze klant bij met een procedure inzake de voorwaardelijke ontbinding van een arbeidsovereenkomst. Onze klant, de werkgever, kreeg steeds minder opdrachten ter beschikking. Daarom vroeg hij zijn werknemer om, in plaats van de normale werkzaamheden, op zoek te gaan naar nieuwe projecten bij nieuwe werkgevers. Helaas verliep dit niet soepel.

Case

Deze mogelijkheid voor de werkgever om tijdelijk passende werkzaamheden te verlangen van de werknemer, is vastgelegd in het arbeidsvoorwaardenreglement. Na drie dagen besluit de werknemer zich niet langer te houden aan de gemaakte afspraken en stelt hij zich, anders dan is afgesproken, uitsluitend nog beschikbaar voor reguliere werkzaamheden die bij zijn eigen functie (tekenaar-constructeur) horen. Aangezien de werknemer pertinent en stelselmatig heeft geweigerd de tot zijn functie behorende werkzaamheden in een leegloopperiode te verrichten, gaat de werkgever over tot het geven van het ontslag op staande voet.

Twee verzoeken bij de kantonrechter

Het eerste verzoek strekt tot vernietiging van het ontslag op staande voet, ingediend door de werknemer. De tweede betreft een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst, voor zover in rechte zou komen vast te staan dat het ontslag op staande voet niet terecht is gegeven, welke door de werkgever is ingediend. Beide verzoeken worden gezamenlijk behandeld. Per verzoek wordt een afzonderlijke beschikking afgegeven.

Vernietiging ontslag op staande voet

De verzochte vernietiging van het ontslag op staande voet en het verzoek tot doorbetaling van het loon worden afgewezen. De kantonrechter beslist dat het ontslag op staande voet terecht is gegeven. De omstandigheid dat een werknemer pertinent en stelselmatig heeft geweigerd de tot zijn functie behorende tijdelijke werkzaamheden in een leegloopperiode te verrichten, vormt een zodanig ernstige gedraging dat er sprake is van een dringende reden in de zin van art. 7:677 BW, op grond waarvan de werkgever bevoegd was de werknemer op staande voet te ontslaan.

Voorwaardelijke ontbinding van arbeidsovereenkomst

In de procedure met betrekking tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst komt de kantonrechter daarom niet meer aan ontbinding van de arbeidsovereenkomst toe. De arbeidsovereenkomst is immers middels het ontslag op staande voet geëindigd. De kantonrechter oordeelt daarom dat in de voorwaardelijke ontbindingszaak niet meer behoeft te worden beslist. Er wordt geen voorwaardelijke ontbinding uitgesproken. Wel wordt de werknemer in de proceskosten veroordeeld.

Loop je ook tegen een kwestie aan met een medewerker en wil je graag juridisch advies? Neem gerust vrijblijvend contact met onze bedrijfsjuristen op. Heb je met regelmaat juridisch advies nodig? Denk dan eens aan onze juridische abonnementen. Al voor € 33 per maand heb je al een eigen jurist voor jouw bedrijf.

Start typing and press Enter to search