Werkgever zegt arbeidsovereenkomst op één dag na het verstrijken van de proeftijd.
Op 14 februari 2024 heeft de rechtbank Rotterdam zich gebogen over een zaak waarin de volgende kwestie een rol speelde: Heeft de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd onrechtmatig opgezegd door werknemer één dag na het verstrijken van de proeftijd nog te laten werken? In deze zaak speelde de opzegging van de proeftijd een centrale rol en de rechtbank heeft zich hierover uitgesproken.
Feiten
Op 4 september 2023 wordt tussen werkgever en werknemer een arbeidsovereenkomst van 9 maanden gesloten met een proeftijd van één maand. Op 27 september 2023, tijdens de proeftijd, is door de werkgever de arbeidsovereenkomst per mail opgezegd. De werknemer heeft hierop gereageerd met een bedankje dat hij daar heeft mogen werken en heeft daarbij gesolliciteerd naar een andere functie binnen het bedrijf. Desondanks was dit niet mogelijk vanwege de redenen voor het proeftijdontslag, namelijk een onboarding tracker.
In de procedure verzoekt de werknemer vernietiging van de opzegging, wedertewerkstelling en doorbetaling van het loon. Bij dit verzoek voert de werknemer een drietal gronden aan. Als eerste voert hij aan dat de opzegtermijn van één maand niet in acht is genomen. De tweede grond is dat de arbeidsovereenkomst pas is opgezegd één dag na het verstrijken van de proeftijd. En de laatste grond die door de werknemer wordt aangevoerd is dat de werkgever de opzegging heeft ingetrokken en de arbeidsovereenkomst stilzwijgend is voortgezet door op 4 oktober 2023 nog te werken.
Indien bovenstaand verzoek niet door de rechter zal worden toegewezen, verzoekt hij ook nog om een transitievergoeding.
Oordeel kantonrechter:
Het geschil draaide om de vraag of de werkgever de arbeidsovereenkomst onrechtmatig heeft opgezegd. De rechter spreekt zich hierover uit. Hoewel de werkgever een fout heeft gemaakt bij de berekening van het einde van de proeftijd, heeft de rechter geoordeeld dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd in stand zal blijven. Daarnaast is het secundaire verzoek, de toekenning van de verzochte transitievergoeding, wel gehonoreerd.
Het ontslag werd gerechtvaardigd onder meer door drie verschillende elementen. Als eerste omdat de werkgever tijdens de proeftijd geen opzegtermijn in acht hoeft te nemen. Ten tweede was het voor de werknemer duidelijk dat de werkgever de arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd wou laten beëindigen. Ten derde omdat de werkgever consequent heeft gehandeld en er geen onduidelijkheid was dat 4 oktober 2023 de laatste werkdag van de werknemer zou zijn.
De conclusie van de rechtbank is dan ook dat de verzochte vernietiging van de opzegging wordt afgewezen, maar het verzoek tot transitievergoeding wel is gehonoreerd.
Tips
- Zorg er als werkgever voor dat je goed weet wanneer de proeftijd van je werknemer zal gaan eindigen.
- Benoem altijd concreet wat de laatste dag van het dienstverband is. Zo voorkom je discussies en een gerechtelijke procedure
Heb je vragen over dit artikel? Neem dan contact op met je account jurist via 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl