Werkgever heeft belang bij handhaving concurrentiebeding gezien de specifieke branche.

Op 17 juni 2021 heeft de kantonrechter bij kort geding (ECLI:NL:RBROT:2021:5994) het verzoek van een werknemer tot het matigen van een concurrentiebeding geweigerd.

Casus:
In 2020 is werknemer in dienst getreden bij werkgever. In de arbeidsovereenkomst is onder meer een concurrentie- en boetebeding opgenomen. Werknemer heeft tegen 1 juni 2021 zijn arbeidsovereenkomst opgezegd en wilde per die datum bij ‘bedrijf X’ in dienst treden. Volgens werknemer overtreedt hij daarmee niet zijn concurrentiebeding, maar voor de zekerheid vraagt hij toestemming voor de overstap. Werkgever geeft aan de werknemer aan het concurrentiebeding te zullen houden. Daarom vordert de werknemer schorsing van het concurrentiebeding, in die zin dat hij bij ‘bedrijf X’ in dienst mag treden.

Oordeel
De rechter in het kort geding is van oordeel dat partijen een geldig concurrentiebeding zijn overeengekomen, waar de werknemer in beginsel aan gebonden is. De rechter kan een concurrentiebeding vernietigen als de werknemer, in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, door dat beding onbillijk wordt benadeeld.

Werkgever voert aan dat het van belang is dat werknemer zich aan het concurrentiebeding houdt, omdat er weinig andere spelers werkzaam zijn in de regio en dat de werknemer de bij hem opgedane kennis kan overdragen aan concurrenten. Het standpunt van werknemer is dat zijn recht op vrije arbeidskeuze en ontwikkeling van zijn loopbaan wordt beperkt door het beding.

De rechter acht van belang dat werknemer het beding voldoende bewust is aangegaan. Werknemer was bij zijn vorige werkgever ook al gebonden aan een concurrentiebeding. De werknemer is met de vorige werknemer in onderhandeling getreden om de stap naar zijn huidige werkgever te maken. In die fase heeft de werknemer ingestemd met de arbeidsovereenkomst inhoudende het concurrentiebeding bij de huidige werkgever. De werknemer kent dus de klappen van de zweep. Daarnaast heeft werknemer zelf de keuze gemaakt om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Bovendien heeft de werknemer niet aangetoond dat hij alleen binnen deze specifieke branche kan werken.

De rechter acht het daarom niet waarschijnlijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de werknemer onbillijk wordt benadeeld door handhaving van beide bedingen.

Advies:

Vraag voor indiensttreding na of een sollicitant gebonden is aan een concurrentie- en of relatiebeding. Zo ja, dan is het goed om advies in te winnen of dit concurrentie- en of relatiebeding stand zal houden. Zeker in de huidige krappe arbeidsmarkt zullen ex- werkgevers zich vaker op dergelijke bedingen beroepen.

Start typing and press Enter to search