Stilzitten kan leiden tot verlies van de mogelijkheid om beroep te doen op concurrentiebeding

Op 16 februari 2021 heeft het Hof ’s-Hertogenbosch uitspraak gedaan over een geschil tussen werkgeefster en (ex-)werknemer over het na enig tijdsverloop inroepen van het concurrentiebeding na het einde van de arbeidsovereenkomst, terwijl werkgeefster de indruk gewekt heeft geen beroep te zullen doen op dit beding.

Casus

Werknemer was in dienst bij werkgeefster als fysiotherapeut i.o. en sportinstructeur. Werkgeefster exploiteert een paramedisch gezondheidscentrum, sportschool en fitnesscentrum, gecombineerd met een fysiotherapeutische praktijk.
Tussen partijen is een concurrentiebeding overeengekomen. Werknemer zegt de arbeidsovereenkomst zelf op en deze eindigt op 1 oktober 2017. Op 18 september 2017 treedt werknemer in dienst bij ‘Bedrijf 1’, een directe concurrent van werkgeefster. Bedrijf 1 heeft zelfs een vestiging in dezelfde plaats als de werkgever.
De werknemer heeft aan zijn werkgeefster bekend gemaakt dat hij bij Bedrijf 1 in dienst zou treden en welke functie hij daar zou gaan bekleden. De werkgeefster is van mening dat dit een overtreding van het overeengekomen concurrentiebeding oplevert en vordert daarom een boete €55.000 van de werknemer. Werknemer vordert op zijn beurt dat de rechter het concurrentiebeding vernietigt.

Kantonrechter

De kantonrechter heeft de vorderingen van beide partijen afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat nu de werkgeefster ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst bekend was met de geplande werkzaamheden van werknemer bij Bedrijf 1, werkgeefster hiermee akkoord lijkt te zijn gegaan.
De werkgeefster gaat in beroep.

Oordeel in hoger beroep

Het hof is het met de kantonrechter eens dat voldoende gebleken is dat werkgeefster op de hoogte was van de plannen van de werknemer om bij de concurrent, Bedrijf 1, in dienst te treden.
Nergens blijkt uit dat de werkgeefster, toen direct actie heeft ondernemen en de werknemer erop heeft gewezen dat hij daardoor het concurrentiebeding zou overtreden. Van belang is dat de werknemer op social media berichten geplaatst heeft waarin hij aan het sporten is bij Bedrijf 1. Werkgeefster geeft aan dat dit ook een overtreding van het concurrentiebeding tot gevolge heeft, maar doet pas 3 maanden nadat deze berichten geplaatst zijn hier een beroep op.
Omdat de werkgeefster niet tijdig actie heeft ondernomen tegen de handelingen van werknemer, mocht de werknemer er redelijkerwijs op vertrouwen dat het overeengekomen concurrentiebeding niet in de weg stond aan zijn handelen, ook niet ten opzichte van de geplande werkzaamheden bij Bedrijf 1 in de vestigingsplaats van werkgeefster.
Stilzitten kwam de werkgever in dit geval duur te staan.

Bron: ECLI:NL:GHSHE:2021:429

Tips:

  • Onderneem direct actie wanneer je bekend wordt met handelen van een ex-werknemer dat mogelijk een overeengekomen concurrentiebeding overtreedt.
  • Wijs een (ex) werknemer erop dat zijn/haar handelen in strijd is met het overeengekomen concurrentiebeding, dan kan deze later niet stellen dat hij/zij erop heeft mogen vertrouwen dat het concurrentiebeding niet aan het handelen in de weg zou staan of dat de werkgever zich er niet op zou beroep.
  • Neem ook stappen richting de nieuwe werkgever, deze kan niet zomaar profiteren van de inbreuk van een ex-werknemer op een concurrentiebeding.
  • Dit geldt ook voor overtredingen van een relatiebeding, in de praktijk vaak nog belangrijker dan het concurrentiebeding.

Heb je vragen over overtreding van een concurrentie/relatiebeding? Of overtreedt een werknemer zijn nevenactiviteitenbeding? Neem voor advies contact op met je accountjurist bij De Raadgevers.

Start typing and press Enter to search