Modelovereenkomsten Belastingdienst vernieuwd

In de zomer zijn een aantal modelovereenkomsten van de Belastingdienst die voor opdrachten aan ZZP’ers kunnen worden gebruikt, vernieuwd en opnieuw vastgesteld. Dat was nodig omdat de beoordeling (goedkeuring) van deze modellen vanuit de Belastingdienst voor 5 jaar geldig was.
Werken met een modelovereenkomst biedt slechts schijnzekerheid. Het gaat erom hoe partijen in de praktijk hun werkrelatie vormgeven.
Dat is maar weer eens bevestigd in de geruchtmakende Uber uitspraak, waarin de Rechter oordeelde dat Uber chauffeurs als gewone werknemers moeten worden aangemerkt!

In deze blog staan we stil bij de relatie opdrachtgever – ZZP-er en de ontwikkelingen rondom Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (Wet DBA).

Achtergrond wet DBA

De Wet DBA is in 2016 in het leven geroepen om de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) te laten vervallen. De Wet DBA maakt de opdrachtgevers en opdrachtnemers zelf verantwoordelijk voor het controleren of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht.

De vraag of er sprake is van een arbeidsovereenkomst is relevant omdat een werknemer in een arbeidsovereenkomst verschillende rechten heeft en omdat de werkgever in dat geval loonheffingspremie af moet dragen aan de Belastingdienst. Er is sprake van een arbeidsovereenkomst, indien er – kort gezegd – sprake is van arbeid, loon en gezag.

Er zijn modelovereenkomsten ontwikkeld die meer zekerheid geven over de soort overeenkomst die partijen aangaan. In 2016 zijn er enkele modellen gepubliceerd met een geldigheidsduur van 5 jaar. Inmiddels zijn deze modellen vernieuwd.

Hier volgen de links naar de actuele algemene modelovereenkomsten:
bemiddeling, tussenkomst, geen werkgeversgezag, geen vrije vervanging.


Uitsluiten arbeidsovereenkomst vervallen
Op zich zijn er geen inhoudelijk grote wijzigingen ten opzichte van de modelovereenkomsten uit 2016. In alle overeenkomsten is de bepaling waarin een arbeidsovereenkomst of uitzendovereenkomst uitdrukkelijk wordt uitgesloten, weggelaten. De reden hiervoor is dat dit niet met een dergelijk artikel uit te sluiten is: het gaat uiteindelijk om de feitelijke uitvoering van het contract. Hoe geven partijen in de praktijk vorm aan hun werk relatie. Om dezelfde reden is een bepaling waarin staat dat het contract een overeenkomst van opdracht betreft als bedoeld in art. 7:400 BW niet meer verplicht. Dit is namelijk een loze bepaling.

Vernieuwingen bemiddelingsovereenkomst

De meeste wijzigingen vinden plaats in de modelovereenkomst bemiddeling. Overal wordt het woord intermediair vervangen door bemiddelaar. In plaats van het KvK-nummer van de ZZP-er, wordt vanaf nu het KvK-uittreksel toegevoegd en het benoemen van paspoort of ID nummer met de vervaldatum komt te vervallen. Ook hier is de zin waar een arbeidsovereenkomst wordt uitgesloten, komen te vervallen. Verder moet er duidelijk vermeld worden dat het gaat om ‘optionele’ werkzaamheden. De Fee (mondeling afgesproken vergoeding per uur) komt in alle bepalingen te vervallen. In plaats hiervan wordt er gesproken over een eenmalige vergoeding voor bemiddeling en/of een af te spreken bedrag per uur en/of een af te spreken percentage van het factuurbedrag.
Tevens moet er verplicht bepaald worden dat er geen tegenprestatie wordt bedongen voor de bemiddeling, indien de opdrachtnemer alsnog wordt gekwalificeerd als werknemer. Voortaan mag de facturatie ook plaatsvinden op maandbasis of op weekbasis of na afronding van een deel van de werkzaamheden. Partijen kunnen afspreken dat de bemiddelaar een debiteurenrisicodekking afsluit. In tegenstelling tot voorheen, kunnen deze overeenkomsten nu ook worden afgesloten voor bepaalde tijd en waar de zelfstandige eerst slechts ‘verantwoordelijk was’ voor bepaalde verzekeringen, wordt er nu bepaald dat hij ‘beschikt’ over genoemde verzekeringen. Tot slot wordt er bepaald dat er een bemiddelingsvergoeding verschuldigd is, tenzij er sprake is van een eenmalige vergoeding.

Status Wet DBA

De Wet DBA was bedoeld om meer duidelijkheid te geven over de arbeidsrelatie die wordt aangegaan tussen de zzp’er en de opdrachtgever. Het is de regering met de Wet DBA (nog) niet gelukt om duidelijkheid te scheppen wanneer er nu wel of niet sprake is van een ZZP- er of een werkgever-werknemer relatie. Hoewel de Wet wel van kracht blijft, geldt op dit moment een gedoogbeleid.
De Belastingdienst handhaaft de controle op ZZP-schap daarom (nog) niet, tenzij er sprake is ernstige vormen van schijnconstructies of opzettelijk omzeilen van de regels.

Inmiddels is er ook een pilot met een Webmodule, die opdrachtgevers en ZZP-ers kunnen invullen om vooraf een beeld te krijgen of de opdracht gezien wordt als werk in loondienst of niet.

Deze webmodule wordt vanaf 11 januari 2021 getest op toepasbaarheid. Deze test zou 6 maanden duren. Volgens de beoogde planning zou deze webmodule vanaf 1 oktober daadwerkelijk worden ingezet, waarmee het gedoogbeleid (non-handhaving) geleidelijk kon worden stopgezet.
Door de trage kabinetsformatie zijn echter nog geen nieuwe regels voor de kwalificatie van een arbeidsrelatie tot stand gekomen.
Ook hebben werkgevers- en werknemersorganisaties in het SER advies van 31 mei 2021 een Sociaal Akkoord voorgesteld, dat serieuze wijzigingen binnen het arbeidsrecht met zich meebrengt.

Vanwege deze ontwikkelingen, wordt de gedoogperiode ook na 1 oktober 2021 verlengd. De Belastingdienst blijft de Wet DBA handhaven in de ernstigste gevallen, bijvoorbeeld bij serieuze concurrentievervalsing, economische of maatschappelijke ontwrichting of bij een risico op uitbuiting. Ondertussen kunnen goedwillende opdrachtgevers en opdrachtnemers gewoon gebruik blijven maken van de vernieuwde modelovereenkomsten.

Toekomstvisie ZZP’ers

Het nieuwe kabinet zal naar verwachting met extra maatregelen komen rondom ZZP’ers.
Mogelijk moeten ZZP’ers in de toekomst een minimum uurtarief gaan hanteren van € 30,- à € 35,- euro. Een ZZP’er die een lager uurloon verdient, wordt dan vermoedt een werknemer te zijn. De opdrachtgever moet dan bij de Rechter bewijzen dat er sprake is van een ZZP’er. Uiteraard blijft het uitgangspunt gelden dat er geen sprake mag zijn van een gezagsverhouding.

Verder zullen zelfstandigen verplicht worden zichzelf te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Deze verplichting is bedoeld om oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen te voorkomen.

Daarnaast spreekt de SER over een sociaal vangnet voor zelfstandigen. De TOZO zou tot inspiratie moeten leiden om dit sociaal vangnet vorm te geven.

Tot slot zal de zelfstandigenaftrek komen te vervallen.


Tip: Maatwerk Opdrachtovereenkomsten

Wij raden altijd aan deze modelovereenkomst aan te scherpen en uit te breiden met maatwerkafspraken. De opdrachtovereenkomst wordt niet alleen opgesteld voor de Belastingdienst, maar juist om onderlinge afspraken binnen de werkrelatie helder te maken. Denk aan concurrentiebeperkingen, aansprakelijkheid & verzekering, risico verdeling bij non-betaling door de Eindklant en afspraken rondom facturatie / urenverantwoording.

Start typing and press Enter to search