Is de betaling van een beëindigingsvergoeding verplicht als de werknemer al zicht heeft op een nieuwe baan?
Op 19 juni 2024 heeft de rechtbank Breda zich gebogen over een zaak (ECLI:NL:RBZWB:2024:4766) waarin de volgende kwestie een rol speelde: is de werkgever de overeengekomen beëindigingsvergoeding verschuldigd indien de werknemer al concreet zicht had op een nieuwe baan bij het tekenen van de vaststellingsovereenkomst?
Feiten en omstandigheden
Op 1 februari 2009 is de werknemer in dienst getreden bij de werkgever als verkoopleider van de Benelux. Vervolgens is het een lange tijd goed gegaan tussen de partijen, waarna op 28 maart 2023 tussen de partijen een gesprek heeft plaatsgevonden waarin is vastgesteld dat een samenwerking niet meer mogelijk is. Aan de hand van dit gesprek zouden er afspraken worden gemaakt met betrekking tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Hierna hebben er tussen de werkgever en werknemer nog een aantal vervolggesprekken plaatsgevonden over de beëindiging. Op 9 mei 2023 zag de werknemer een interessante vacature online komen, waarna hij de druk heeft opgevoerd en zijn werkgever meerdere keren een bericht heef gestuurd om tot een afronding van het dienstverband te komen. Vervolgens heeft de werknemer zich op 11 juni 2023 arbeidsongeschikt gemeld.
Op 14 juli 2023 heeft de werknemer een concept vaststellingsovereenkomst ontvangen, waarmee hij, vier dagen later, op 18 juli 2023 mee akkoord gaat. Dit heeft ervoor gezorgd dat de arbeidsovereenkomst per 1 september 2023 is geëindigd. Na een verzoek van de werknemer heeft de ex-werkgever op 29 september 2023 laten weten dat zij niet tot betaling van de beëindigingsvergoeding zouden overgaan, dit in verband met het in artikel 3 lid 3 van de vaststellingsovereenkomst bepaalde. Hierin was bepaald, dat de beëindigingsvergoeding niet betaald hoeft te worden indien de werknemer al een nieuwe baan had of concreet vooruitzicht had op een nieuwe baan bij het ondertekenen van de overeenkomst.
In de procedure wordt door de werknemer de betaling van de beëindigingvergoeding gevorderd. Hierop geeft de ex-werkgever bij het verweer aan dat hij vond dat de werknemer wel heel veel druk zette op de beëindiging van het dienstverband, ondanks dat hij op dat moment nog arbeidsongeschikt was. Tussen de partijen bestaat het geschil of de opgenomen beëindigingsvergoeding betaald moet worden.
Oordeel van de kantonrechter:
De kantonrechter te Breda heeft geoordeeld dat tussen partijen vast staat dat de arbeidsovereenkomst is geëindigd door het ondertekenen van de vaststellingsovereenkomst. Hierin is een ontbindende voorwaarde opgenomen, wat betekent dat de beëindigingsvergoeding niet betaald hoeft te worden indien de werknemer al een nieuwe baan had of concreet vooruitzicht had op een nieuwe baan bij het ondertekenen van de overeenkomst en informatie hierover heeft achtergehouden.
Op 28 maart 2023 was het al duidelijk dat er een einde zal komen aan de arbeidsovereenkomst. De werknemer is hierna pas druk is gaan uitoefenen op de beëindiging van de overeenkomst vanaf het moment dat de vacature van zijn huidige functie online kwam. Voorts heeft de sollicitatieprocedure ongeloofwaardig kort geduurd, heeft de werknemer geen opmerkingen gemaakt over de vaststellingsovereenkomst en ook niet over de niet in acht genomen opzegtermijn. In de mondelinge behandeling heeft de werknemer de e-mailberichten met zijn huidige werkgever in het geding gebracht als bewijs, dat de sollicitatieprocedure daadwerkelijk zo kort heeft geduurd. Hieruit bleek al snel dat er delen waren weggelaten, om zo de datum te kunnen vermijden.
Gelet op het voorgaande heeft de kantonrechter geoordeeld dat de ex-werkgever voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de werknemer al concreet uitzicht had op zijn nieuwe functie op het moment dat hij de vaststellingsovereenkomst tekende.
Tips:
- Zorg ervoor dat je met je werknemer goede afspraken maakt bij het tekenen van de vaststellingsovereenkomst met de daarbij behorende vergoeding.
- Het kan soms de moeite waard zijn om te onderzoeken, of de werknemer een andere betrekking heeft gevonden, zeker als dat kort na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst is gebeurd. Daarbij moet wel aangetekend worden, dat de werknemer “uit beeld ”verdwijnt” en het moeilijk is dat te monitoren.
Heb je vragen over dit artikel? Neem dan contact op met je account jurist via 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl