Interessante uitspraak over het flexibel werken.
Verzoek tot aanpassing van de arbeidsovereenkomst
De Rechtbank Limburg heeft zich gebogen over een zaak waarin de volgende vraag een rol speelde: Indien een verzoek tot een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd wordt gedaan, moet hierop dan door de werkgever worden gereageerd?
In deze zaak speelde de ketenregeling een centrale rol en de rechtbank heeft zich hierover uitgesproken.
Feiten en omstandigheden:
Op 9 november 2021 is tussen werkneemster en werkgever een arbeidsovereenkomst gesloten voor bepaalde tijd van 7 maanden. Werkneemster is gaan werken als verkoopmedewerkster in Outletcentre Roermond. Het contract voor bepaalde tijd is door de werkgever twee keer verlengd, waarbij de laatste einddatum was op 8 augustus 2023.
Tijdens het laatste contract, half juni 2023, heeft de werkneemster een verzoek gedaan om de arbeidsovereenkomst van bepaalde tijd om te zetten in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op grond van art. 2b lid 1 Wet flexibel werken. Hierop heeft de werkgever niet gereageerd. Wel heeft de werkgever op 7 juli 2023 schriftelijk laten weten dat de arbeidsovereenkomst per 8 augustus 2023 zal eindigen. Na deze laatstgenoemde datum is er door werkneemster niet meer voor werkgever gewerkt.
In de procedure verzoekt de werkneemster onder andere tot herstel van het dienstverband en het salaris over de periode van 9 augustus tot 1 september. Subsidiair is er nog verzocht om uitbetaling van de transitievergoeding en reiskosten en verstrekking van een werkgeversverklaring. Daarnaast zijn ook nog enkele overige vergoedingen verzocht en een sanctie tot oplegging van een geldboete.
Oordeel van de kantonrechter:
In de zaak wordt door de kantonrechter als volgt geoordeeld.
De werkgever had binnen één maand schriftelijk en gemotiveerd op het verzoek van de werknemer moeten reageren (art. 2b lid 2 Wfw). Wordt hier door de werkgever niet op gereageerd, dan wordt de arbeidsovereenkomst aangepast overeenkomstig het verzoek van de werknemer (art. 2b lid 3 Wfw).
Daarbij wordt geoordeeld dat het schriftelijke bericht van de werkgever tot het beëindigen van de arbeidsovereenkomst geen reactie is op het verzoek tot aangaan van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Maar indien het toch zal gaan om een schriftelijke reactie op het verzoek, voldoet de reactie niet aan de eisen van de Wfw tot het opnemen van een motivering voor het besluit. Het mededelen aan de werknemer dat de arbeidsovereenkomst zal worden beëindigd is namelijk niet meer dan een schriftelijke verplichting uit hoofde van art. 7:668 lid 1 sub a BW.
Na het vertrek van de werknemer is er door de werkgever ook geworven voor verkoopmedewerkers, dus was er wel plek geweest voor haar.
Omdat de beëindiging van de arbeidsovereenkomst vaststaat, heeft de werknemer geen recht meer op loon nadat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. De transitievergoeding en reiskosten zijn door de werkgever betaald.
Belangrijke lessen:
- Zorg dat je als werkgever de relevante wetgeving van de Wet Flexibel Werken kent;
- Indien je een verzoek tot aanpassing van de arbeidsovereenkomst krijgt, zorg dat je hierop binnen één maand na het verzoek reageert.
Heb je vragen over dit artikel? Neem dan contact op met ons via 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl