Geen overwerktoeslag over opleidingstijd

De tijd die werknemer buiten zijn dienstrooster besteedt aan een door werkgever verplichte opleiding, kan worden aangemerkt als reguliere arbeidstijd. Het ligt echter aan de bewoordingen van de cao of dat ertoe leidt dat buiten het dienstrooster bestede opleidingstijd onbetaald moet blijven. Dat oordeelt het hof in een recente uitspraak van 29 maart 2022. In deze zaak is werkgever dan ook geen overwerktoeslag verschuldigd aan werknemer over de opleidingstijd buiten het dienstrooster.

Deze uitspraak is interessant, omdat op 1 augustus de Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in werking treedt. Deze richtlijn verplicht werkgevers o.a. de opleidingstijd te vergoeden die gemoeid gaat met verplichte opleidingen.
Het is daardoor te verwachten dat er discussie zal ontstaan of dan ook overwerktoeslag verschuldigd is, wanneer de werknemer bijvoorbeeld in de avond studeert.

Onderaan deze blog vind je meer informatie over deze Richtlijn.

Casus:

Werkgever runt een bedrijf dat zich bezighoudt met de vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels. Werknemers-vakvereniging FNV wil dat werknemers die een door werkgever verplichte opleiding volgen buiten hun reguliere dienstrooster, op grond van de voor werkgever toepasselijke cao, een extra vergoeding krijgen in de vorm van een overwerktoeslag.
In de cao staan namelijk bepalingen met betrekking tot onder andere ‘overwerk’ en ‘opleidingstijd’. Daarentegen volgt uit de regeling opleidingsfaciliteiten die werkgever hanteert, dat opleidingstijd wordt beschouwd als ‘werktijd’ en er geen sprake is van overwerktoeslag.

De FNV vordert daarom bij de Kantonrechter dat verplichte opleidingstijd moet worden aangemerkt als overwerk, en deze tijd dus aan werknemers moet worden vergoed met een extra overwerktoeslag. De kantonrechter geeft de FNV  gelijk en wijst de vordering toe. Werkgever is het hier niet mee eens en vordert in hoger beroep vernietiging van het vonnis en alsnog de afwijzing van de vorderingen van de FNV.

Oordeel:

Het hof stelt voorop dat de tijd die een werknemer kwijt is aan een door werkgever verplichte opleiding, ‘arbeidstijd’ is in de zin van de Arbeidstijdenwet en de Arbeidstijdenrichtlijn. Dit betekent echter nog niet dat die tijd ook arbeidstijd of werktijd is in de zin van wat partijen in een arbeidsovereenkomst en/of cao hebben afgesproken. Het komt dus aan op de vraag hoe de cao in dat opzicht moet worden begrepen.

Voor de uitleg van bepalingen van een cao geldt de zogeheten ‘cao-norm’, inhoudende dat een uitleg naar ‘objectieve maatstaven’ moet worden gegeven. Doorslaggevend hierbij zijn de bewoordingen van de bepalingen, mede gezien in het licht van de hele tekst van de cao.

Het Hof pluist de cao-tekst uit en stekt vast dat de begrippen ‘arbeidstijd’ en ‘opleidingstijd’ niet gedefinieerd of omschreven zijn. Wel staat de term ‘arbeidstijdregeling’ in de cao, als synoniem voor de tijden waarbinnen de werknemer werkt. In artikel 5.3 van de cao wordt in dit verband bepaald dat de werknemer zich zal houden aan de voor hem geldende arbeidstijdregeling en dat de werknemer, indien de werkgever dat noodzakelijk acht, ook buiten de normaal voor hem geldende werktijden arbeid zal verrichten.

Vervolgens wordt er in artikel 22 van de cao een regeling gegeven voor vergoeding van overwerk. Uitgangspositie hierbij is dat het in geval van overwerk moet gaan om op verzoek van de werkgever extra gewerkte uren, die leiden tot overschrijding van de reguliere werktijd. Artikel 22 ziet dan ook op extra gewerkte uren in het reguliere werk van de werknemer, en niet op extra bestede tijd aan andere, op verzoek of instructie van de werkgever verrichte activiteiten – zoals een verplichte opleiding – buiten het reguliere werk.

Bovendien staat in artikel 42 van de cao beschreven dat de tijd die een werknemer heeft besteed aan verplichte opleiding, arbeidstijd is als deze bestede opleidingstijd samenvalt met het dienstrooster. Met andere woorden: een werknemer die binnen het dienstrooster zijn tijd deels heeft moeten besteden aan door werkgever verplicht opleiding, wordt geacht te hebben gewerkt in de zin van het voor hem geldende dienstrooster.

Volgens het hof volgt uit de cao-bepalingen duidelijk dat opleidingstijd inderdaad anders mag worden behandeld dan reguliere werktijd. Dit leidt er echter niet toe, zoals de FNV meent, dat buiten het dienstrooster bestede opleidingstijd onbetaald blijft. Deze tijd wordt namelijk op gebruikelijke wijze beloond, doordat de werknemer later die tijd binnen zijn dienstrooster kan compenseren. Het hof is daarom van oordeel dat opleidingstijd die door een werknemer besteed is buiten het dienstrooster, niet onder het bereik valt van het in artikel 22 bedoelde overwerk. Over deze tijd hoeft dus geen overwerktoeslag te worden betaald. Het hof vernietigt het vonnis van de kantonrechter, en wijst de vordering van de FNV alsnog af.

Tips:

Een cao moet worden uitgelegd volgens de cao-norm, waarbij het gaat om de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de gehele tekst van de cao. Het gaat dus niet om de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben gebracht.
Let tijdens het opstellen van regelingen – bijvoorbeeld omtrent opleidingstijd buiten werkuren – dan ook goed op de voor uw bedrijf geldende cao.

Wees bij het opstellen van een eigen studiekostenregeling heel specifiek en duidelijk over wat geldt als opleidingstijd en hoe deze tijd wordt vergoed.
Ook met het oog op de komende veranderingen in studiekostenregelingen per 1 augustus as.

Nieuwe Wetgeving per 1 augustus 2022

Zoals gezegd, treedt op 1 augustus 2022 de nieuwe Richtlijn transparante en voorspelbare arbeidsvoorwaarden in werking. Op grond daarvan zijn werkgevers verplicht om een werknemer een opleiding te laten volgen die voor zijn functie verplicht is en alle kosten in verband hiermee te dragen.
Inventariseer alvast welke scholing of opleidingen wettelijk of per cao verplicht zijn voor jullie organisatie en welke opleidingen meer vrijblijvend zijn. Wij raden aan voor beide soorten opleidingen een afzonderlijke studieovereenkomst en studiekostenregeling op te stellen.

Heb je een vergelijkbare situatie aan de hand of wil je weten hoe een opleidings- of studiekostenbeding onder de nieuwe Richtlijn eruit moet zien, dan kun je contact opnemen met je accountjurist of bellen naar de servicedesk op 088-1331133.

Start typing and press Enter to search