Deliveroo-maaltijdbezorgers zijn geen ZZP-ers maar werknemers! ZZP-land in beweging

Na een lange tijd wachten, is er eindelijk uitspraak gedaan in de spraakmakende Deliveroo-zaak. De Hoge Raad oordeelde op vrijdag 24 maart dat de Deliveroo maaltijdbezorgers officieel aangemerkt kunnen worden als werknemers.
Een triomf voor de FNV, die de zaak heeft aangespannen omdat zij af willen van schijnconstructies die de arbeidsovereenkomst ondermijnen.

Voor ondernemers, die veel met ZZP-ers werken, heeft deze uitspraak grote gevolgen.

Feiten

Deliveroo is een bekend maaltijdbezorgingsbedrijf dat tot aan december 2022 werkzaamheden uitvoerde in Nederland. Zij gingen met bezorgers in zee door middel van een opdrachtovereenkomst. De koeriers hadden daarom geen recht op bijv. doorbetaalde vakantie of vakantietoeslag. Ook genoten zij geen werknemersbescherming, zoals loondoorbetaling bij ziekte.

De FNV ging hier tegenin en vorderde een verklaring voor recht, dat de bezorgers van Deliveroo gewoon werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst en niet als ZZP-er middels een opdrachtovereenkomst.
Daarbij stelt FNV dat er sprake is van ‘arbeid’, ‘loon’, ‘in dienst’ en ‘gedurende zekere tijd arbeid verrichten’. Dit zijn allemaal voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil er sprake zijn van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. Hierbij moeten ook overige omstandigheden van het geval worden meegenomen.

Deliveroo verweert zich hiertegen en stelt dat de koeriers weldegelijk ondernemers / ZZP-ers zijn. Ze zijn namelijk vrij om wel of niet te werken en hadden de vrijheid om zich te laten vervangen door een ander.

Oordeel Gerechtshof

Het Hof oordeelt dat de gegeven vrijheid bij het verrichten van de arbeid slechts één van de omstandigheden betreft die wijst op de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst. De bezorgers mogen namelijk zelf weten hoe vaak en wanneer ze willen werken en kunnen zichzelf ook laten vervangen door een ander. Dit laatste spreekt ‘persoonlijke arbeid’ tegen, wat het uitgangspunt is van een arbeidsovereenkomst. Echter, het Hof stelt vast dat in de praktijk nauwelijks gebruik werd gemaakt van deze mogelijkheid tot vervanging. Bovendien mogen ook gewone werknemers zich laten vervangen met toestemming werkgever.

De wijze waarop Deliveroo het loon betaalt wijst daarentegen op de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst. Het loon wordt namelijk direct betaalt aan de bezorger. Bij een opdrachtovereenkomst moet de beloning gefactureerd worden. Daarnaast heeft de bezorger zelf geen invloed op de hoogte van het loon, nu Deliveroo zelf de beloning per bezorgde maaltijd vaststelt.
Ook betaalt 2/3e van de bezorgers geen omzetbelasting, wat impliceert dat er geen sprake is van ondernemerschap. Het ontbreken van deze ondernemerschap kan een indicatie vormen voor werkgeverschap, waardoor de aanwezigheid van een arbeidsovereenkomst kan worden verondersteld.

Wat betreft de voorwaarde ‘in dienst’, ook wel gezagsverhouding genoemd, oordeelt het Hof als volgt. De aard van de werkzaamheden, die de bezorgers moeten verrichten, maakt dat er maar weinig aanwijzingen nodig zijn. Het Hof oordeelt dat de koeriers worden gecontroleerd door Deliveroo middels een algoritme “ Frank” en dat de GPS-locatie van een bezorger constant wordt bijgehouden. Bovendien kan Deliveroo eenzijdig het contract wijzigen.
Dit alles bij elkaar, maakt dat er sprake is van een gezagsverhouding.

Als laatste moet worden voldaan aan het feit dat de arbeid ‘gedurende zekere tijd’ dient te worden verricht. Volgens het Hof is niet gebleken dat de bezorgers, die arbeid voor Deliveroo verrichten, dit in een verwaarloosbare omvang doen, waardoor aan dit criterium is voldaan.

Door het afwegen van al deze omstandigheden, oordeelt het Hof dat de bezorgers kunnen worden aangemerkt als werknemers. Het feit dat de bezorgers veel vrijheid wordt toegekend ten aanzien van het verrichten van de arbeid, doet hier niets aan af.

Hoe oordeelt de Hoge Raad?

Kort gezegd gaat de Hoge Raad mee met de conclusie van het Hof en onderschrijft de holistische benadering van het Hof. Het gaat er daarbij om dat alle omstandigheden worden meegewogen om te bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst.
De Hoge Raad oordeelt dat alle omstandigheden in de richting van een arbeidsovereenkomst wijzen, op de mogelijkheid van vervanging na. Deze omstandigheid wijst namelijk eerder op de afwezigheid van een arbeidsovereenkomst. Het feit dat deze ‘vrijheid’ niet gewoon is bij een arbeidsovereenkomst, leidt echter niet persé tot onverenigbaarheid met de kwalificatie van de arbeidsovereenkomst.

Volgens de Hoge Raad zijn de volgende gezichtspunten van belang bij de afweging of iemand ZZP-er of werknemer is:

– de aard en duur van de werkzaamheden;
– hoe worden de werkzaamheden en werktijden bepaald;
– de inbedding van het werk en de werkenden in de organisatie;
– het wel of niet bestaan van een verplichting het werk persoonlijk uit te voeren;
– de wijze waarop de contractuele afspraken van partijen tot stand zijn gekomen;
– de wijze waarop de beloning wordt bepaald en manier van uitbetaling;
– de hoogte van deze beloningen;
– de vraag of de werkende daarbij commercieel risico loop;
– de vraag of de werkende zich in economisch verkeer als ondernemer gedraagt of kan gedragen (bijvoorbeeld bij het verwerven van een reputatie, bij acquisitie, wat betreft fiscale behandeling, het aantal opdrachtgevers voor wie hij werkt of heeft gewerkt en de duur waarvoor hij zich aan een bepaalde opdrachtgever verbindt).

Vooral het criterium “inbedding in de organisatie en ”zich gedragen als een ondernemer” zijn nieuwe gezichtspunten. De Hoge Raad geeft aan deze criteria niet nader te gaan invullen.
Daarvoor is de Wetgever aan zet. Die moet inkleuring geven aan het begrip “rechtsvermoeden van een arbeidsovereenkomst”.

Hervorming arbeidsmarkt: Regering aan zet!

De Regering houdt zich al een tijd bezig met de ‘hervorming van de arbeidsmarkt’. Zo zet het kabinet zich in om werknemers met flexibele contracten meer zekerheid te bieden en schijnzelfstandigheid te voorkomen. De Regering wil het speelveld tussen ZZP-ers en werknemers gelijker maken. Het moet minder aantrekkelijk worden om ZZP-ers in te zetten voor werk dat eigenlijk tot de kern van de onderneming hoort en (ook) door de eigen werknemers wordt uitgevoerd. Het gaat vooral om werk waarvoor de beloning niet erg hoog ligt.

Minister van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) heeft onlangs een brief naar de tweede kamer gestuurd met de ideeën over dit arbeidsmarktpakket, met bijvoorbeeld een minimumtarief voor ZZP-ers en verplichte verzekeringen voor pensioen en arbeidsongeschiktheid. Voor de zomer – is de bedoeling- komt er een Wetsvoorstel.

Gevolgen voor ondernemers die ZZP-ers inzetten

 

Het mag duidelijk zijn. ZZP-land is in flink beweging en ligt onder de loep.

Voorlopig kan je nog werken met de modellen van de Belastingdienst als basis.
Let op: vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst weer handhaven en bekijken of er in de praktijk gewerkt wordt zoals het op papier staat.

Als je regelmatig gebruik maakt van ZZP-ers is het goed nu alvast rekening te houden met de Deliveroo-uitspraak en de aankomende aanscherping van wetgeving rondom werken met ZZP-ers.
Wij raden aan om serieus aandacht aan het vrije ondernemerschap te besteden en dit in de ZZP-contracten vorm te geven. Het ‘kale’ model van de Belastingdienst biedt daarvoor onvoldoende mogelijkheden.

Heb je vragen over werken met ZZP-er’s of wil je je ZZP-opdrachtovereenkomst vernieuwen? Neem dan contact op met je accountjurist bij De Raadgevers.

Die kan met jou samen je bedrijfsmodel tegen het Deliveroo-licht houden en je adviseren over mogelijke risico’s. In de opdrachtovereenkomst kan alvast worden voorgesorteerd op het nieuwe ZZP-beleid van de Regering.

Start typing and press Enter to search