Tot hoever strekt een relatiebeding?

Inleiding

Het relatiebeding is een belangrijke bepaling in een arbeidscontract. Het relatiebeding biedt vooral bescherming voor de werkgever. De werkgever wil met zo’n beding voorkomen dat een werknemer die uit dienst gaat contact opneemt met bijvoorbeeld klanten of leveranciers. Daarbij is het vaak niet de bedoeling dat de werknemer bij deze relatie in dienst treedt. Maar tot hoever reikt zo’n relatiebeding eigenlijk? Gaat dat ook over het niet in dienst treden bij een opdrachtgever of leverancier?
In onderstaande zaak wordt op deze vraag nader ingegaan.

De feiten

In deze zaak gaat het om een werkgever die een onderneming heeft in het goederenvervoer en begeleiding van (exceptionele) transporten en een ex-werknemer, die op basis van een contract voor onbepaalde tijd werkzaam was voor deze werkgever als transportbegeleider en verkeersregelaar. Partijen raken in conflict over de bedoeling van het zogeheten relatiebeding dat in de arbeidsovereenkomst staat opgenomen. De werknemer is namelijk na opzegging van zijn contract als verkeersregelaar in dienst getreden bij een in België gevestigde onderneming, die ook werkzaam is in de sector van het goederenvervoer.

De werkgever stelt de (ex)werknemer ervan op de hoogte dat zij hem aan het relatiebeding zal houden en vordert de contractuele boete. Bij de rechter eist de werkgever dat de werknemer deze boete dient te betalen, aangezien werknemer zich niet heeft gehouden aan het in artikel 4 opgenomen relatiebeding.
De nieuwe werkgever van werknemer is namelijk een relatie van de oude werkgever, zelfs een belangrijke klant van de oude werkgever. Na de indiensttreding van werknemer bij de nieuwe werkgever, heeft de oude werkgever nauwelijks nog nieuwe opdrachten gekregen van zijn klant, wat leidde tot behoorlijke omzetderving.
Werknemer verweert zich tegen de vordering en vordert op zijn beurt alsnog uitbetaling van het ingehouden loon, dat de werkgever heeft verrekend met de geëiste boete.
Werknemer heeft alleen een relatiebeding in zijn oude contract en dat heeft hij niet overtreden, vindt hij.

 Het oordeel van de rechter

Voor de uitleg van het relatiebeding kan niet enkel worden afgegaan op de taalkundige uitleg van zo’n beding. Er moet namelijk ook worden gekeken naar hetgeen de partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. De kantonrechter benadrukt dat het relatiebeding een andere strekking heeft dan het concurrentiebeding. Waar het concurrentiebeding werknemers verbiedt om in dienst te treden bij concurrenten, verbiedt het relatiebeding de werknemer om met (ex)relaties van werkgever zaken te doen. Het relatiebeding ziet dus op het verbod om zakelijk contact te leggen, maar niet tot een verbod om in dienst te treden. Werkgever wordt dan ook in het ongelijk gesteld.

 Annotatie

De annotator is het niet eens met de benadering van de kantonrechter. Een relatiebeding in het maatschappelijk verkeer kan niét een andere strekking hebben dan een concurrentiebeding, in de zin dat een relatiebeding niet zou zien op indiensttreding bij een relatie.
Ook intern bij de Raadgevers vinden we dit een wat merkwaardige uitspraak. Als je in dienst treedt van een relatie moet je toch ook zakelijke contacten hebben met deze relatie?

 

Tip!

Misschien is dit een wat uitzonderlijke uitspraak. Maar better safe than sorry!
Neem voor de zekerheid altijd een relatie- én concurrentiebeding op in arbeidsovereenkomsten. Bepaal in je relatiebeding meteen dat het ook geldt voor in dienst treden bij relaties.
Zo voorkom je dat een werknemer gaat werken voor een belangrijke relatie en je langs die weg toch ongewenst concurrentie aandoet.

 

Heb je vragen over een soortgelijke kwestie? Neem dan contact op met je accountjurist. Voor meer informatie bel naar 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl.

Start typing and press Enter to search