Kosten voor verplichte en onverplichte studie

Bedrijfsarts moet kosten voor opleiding terugbetalen aan zijn vorige werkgever, studiekostenbeding was wel geldig.

Werknemer, een bedrijfsarts, moet € 45.581,01 aan opleidingskosten terugbetalen aan zijn voormalig werkgever omdat de gevolgde opleiding onder de zogeheten gereglementeerde beroepen valt. Daarom is het studiekostenbeding dat werkgever en werknemer hadden gesloten geldig, ook al was de opleiding noodzakelijk voor de functie van de werknemer.

De feiten

De bedrijfsarts in kwestie was begin 2020 in dienst getreden als ANIOS, arts niet in opleiding tot specialist, bij gecertificeerde arbodienst Argon Groep B.V. (hierna: Argon). Partijen hadden in de arbeidsovereenkomst een studiekostenbeding opgenomen voor de te volgen opleiding tot bedrijfsarts.

In dat beding was vastgelegd dat de werkgever de opleidingskosten zou betalen. Maar ook dat de werknemer alle kosten, waaronder supervisie- en intervisiekosten van de werkgever en de kosten van de werktijd die aan de opleiding besteed mocht worden, terug moest betalen als hij vóór het afronden of één jaar na afronding van de opleiding uit dienst zou treden.

Toen de werknemer na twee jaar uit dienst trad, eiste de werkgever volledige terugbetaling van alle tot dan toe gemaakte opleidingskosten. Totaal ging het om een bedrag van € 76.969,44.

Geldig of nietig studiekostenbeding?

Toen de werknemer weigerde dat bedrag terug te betalen, is de gang naar de rechter gezet. Argon eist terugbetaling van deze flinke som aan studiekosten op grond van het studiekostenbeding. De werknemer beriep zich erop het overeengekomen studiekostenbeding nietig is, omdat er sinds juli 2022 nieuwe regels gelden omtrent studiekosten. Kosten voor verplichte scholing moeten door de werkgever worden vergoed aan de werknemer en een terugbetalingsregeling voor kosten voor dergelijke verplichte opleidingen is nietig (artikel 7:611a van het Burgerlijk Wetboek).

Het oordeel van de Rechter

De Rechter gaat niet mee in het verweer van de werknemer. Het cruciale onderscheid dat in de wetgeving is gemaakt is dat tussen een opleiding die enerzijds verplicht is voor een functie en anderzijds verplicht is voor een beroepskwalificatie. Opleidingen die een werknemer moet volgen om een beroepskwalificatie te krijgen, te behouden of te vernieuwen, vallen niet onder de verplichte, door de werkgever te betalen scholing. In de EU-richtlijn is een bijlage opgenomen met alle gereglementeerde beroepen waarvoor dit geldt.

Betreft het echter een opleiding die gevolgd moet worden om een functie te behouden of het dienstverband voort te kunnen zetten, dan valt deze wel onder de verplichte scholing die de werkgever moet betalen. Hieronder vallen bijvoorbeeld cursussen die werknemers moeten volgen om de kennis over hun vakgebied op peil te houden.

In dit geval was de werknemer als arts niet in opleiding tot specialist in dienst getreden en was de opleiding tot bedrijfsarts dus niet noodzakelijk voor het uitoefenen van die specifieke functie. Bovendien komt de opleiding tot bedrijfsarts voor op de lijst van gereglementeerde beroepen.

Wel oordeelt de Rechter dat de kosten die Argon in rekening brengt, niet allemaal duidelijk gespecificeerd zijn. De werknemer hoefde daarom niet te rekenen op € 40.000,- aan supervisiekosten bovenop tienduizenden euro’s aan opleidingsgeld.
De Rechter komt uiteindelijke uit op een terug te betalen bedrag van € 45.581,01, waaronder € 10.000,- aan supervisiekosten, dat redelijk is.
Hoewel dat alsnog een best een groot bedrag is, ziet de Rechter geen aanleiding om dit bedrag te minderen. De werknemer heeft namelijk een goed carrièreperspectief en er zijn geen andere omstandigheden aangevoerd, waaruit blijkt dat de werknemer dit bedrag niet kan dragen.

 

Tip

Bij indiensttreding van een werknemer die (mogelijk) een opleiding gaat volgen, is het goed om te weten of je als werkgever de kosten voor deze opleiding volledig moet dragen of dat je een geldig studiekostenbeding met terugbetalingsregeling mag sluiten. Daarvoor is het de vraag of de opleiding nodig is voor een beroepskwalificatie of voor de uitoefening van de functie. Omdat de wetgeving hierover nog vrij nieuw is, is het soms niet helemaal duidelijk van wat voor soort opleiding sprake is.

Twijfel je of je een studiekostenbeding kan afsluiten voor een opleiding die je werknemer gaat volgen, neem dan contact op met je accountjurist.
Voor meer informatie bel naar 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl.

Start typing and press Enter to search