Minderjarige op fatbike veroorzaakt een ongeluk: Wie is aansprakelijk voor de schade die is ontstaan door het ongeluk?
Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2024:2736
Feiten en omstandigheden
Op 9 juni 2022 heeft een ongeluk plaatsgevonden tussen een minderjarige op een elektrische fiets met trapondersteuning en gashendel (fatbike) en de bestuurder van een bestelauto (hierna: eiser). De eiser reed op een voorrangsweg, wat ook met borden langs de weg was aangegeven. De minderjarige reed op een fietspad, waar duidelijk met haaientanden was aangegeven dat voorrang moet worden verleend aan bestuurders op de voorrangsweg. Echter, de minderjarige heeft de weg overgestoken zonder voorrang te verlenen aan de eiser, waardoor er een ongeluk is ontstaan. Een getuige heeft het ongeluk zien gebeuren en verklaarde dat de minderjarige met een hoge snelheid fietste. De eiser stelt de ouders van de minderjarige aansprakelijk voor de schade aan zijn auto en vordert schadevergoeding. De eiser beweerde dat de fiets was opgevoerd en tot 38 kilometer per uur kon rijden. Volgens de eiser moet de fiets worden gekwalificeerd als een motorrijtuig in de zin van de Wegenverkeerswet (WVW). Dit zou betekenen dat de ouders van de minderjarige de schade volledig moeten vergoeden. De ouders van de minderjarige betwisten dit en stellen dat de fiets slechts 25 kilometer per uur kan rijden en bovendien niet was opgevoerd. Volgens de ouders is de minderjarige daardoor een zwakkere verkeersdeelnemer, en mocht van de eiser een grotere mate van oplettendheid worden verwacht.
Rechtsvraag
Kan de fatbike worden aangemerkt als een motorrijtuig, en wie is aansprakelijk voor de schade die de eiser heeft geleden?
Oordeel van de kantonrechter
Het staat vast dat de minderjarige ten onrechte geen voorrang heeft verleend aan de eiser. Voor de vraag of de schade van de eiser moet worden vergoed, is het van belang of de elektrische fiets van de minderjarige kan worden aangemerkt als een motorrijtuig in de zin van de WVW. De ouders van de minderjarige beweren dat de fiets niet was opgevoerd en dat de gashendel was gedeactiveerd, waardoor de minderjarige niet harder dan 25 kilometer per uur kon rijden. Dit maakt de elektrische fiets geen motorrijtuig en dus een fiets met trapondersteuning. De kantonrechter gaat ervan uit dat de minderjarige op het moment van het ongeluk inderdaad op een fiets met trapondersteuning reed, waardoor er geen sprake is van een motorrijtuig.
Aangezien het hier gaat om een ongeluk tussen een auto en een fietser, is de reflexwerking van toepassing op grond van art. 185 WVW. Reflexwerking houdt in dat bij een ongeluk tussen een auto en een fietser, waarbij de auto is beschadigd, deze schade gedeeltelijk voor rekening van de automobilist blijft. Zelfs als de fietser schuldig is, kan de automobilist voor een deel aansprakelijk zijn voor de geleden schade. Een uitzondering hierop is wanneer er sprake is van overmacht. In dit geval kan er, omdat het om een minderjarige fietser gaat, alleen sprake zijn van overmacht in het geval van opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid. Hoewel de minderjarige door het niet verlenen van voorrang aan de eiser een ernstige verkeersfout heeft gemaakt, levert dit geen opzet of aan opzet grenzende roekeloosheid op. De minderjarige had namelijk geen opzet om tegen de auto van de eiser aan te rijden, en hij was zich er ook niet van bewust dat er bij het oversteken een ongeluk zou plaatsvinden. De kantonrechter oordeelt daarom dat de eiser rekening had moeten houden met de verkeersfout van de minderjarige. Er is dus geen sprake van overmacht, waardoor de geleden schade deels voor rekening van de eiser zelf komt.
De kantonrechter heeft vervolgens de causaliteitsverdeling en de billijkheidscorrectie toegepast. Aangezien de eiser niet voldoende heeft geanticipeerd op de fout van de minderjarige, komt een deel van de schade voor zijn rekening. De minderjarige heeft echter ook een zeer gevaarlijke verkeersfout gemaakt, wat zwaar weegt in de causaliteitsafweging. Dit resulteert in een causaliteitsverdeling van 20% voor de eiser en 80% voor de ouders van de minderjarige. De kantonrechter past echter ook de billijkheidscorrectie toe wegens de jonge leeftijd van de minderjarige. De minderjarige was slechts 11 jaar oud en had dus weinig verkeerservaring. In gevallen zoals deze komen de risico’s van het gedrag van jonge kinderen voor rekening van de meer ervaren verkeersdeelnemers. Daarom oordeelt de kantonrechter dat 50% van de schade voor rekening van de eiser zelf komt. De ouders van de minderjarige zijn door toepassing van de billijkheidscorrectie slechts voor 50% van de schade aansprakelijk.
Tips
- Ondernemers met minderjarige kinderen pas op!
- Kies voor een kindvriendelijke elektrische fiets die geschikt is voor de leeftijd, lengte en ervaring van jouw kind.
- Kies voor een fiets met snelheidsbeperking. Voor een minderjarig kind is een fiets die maximaal 25 km/u kan te snel. Voorkom ongelukken en kies voor een fiets die niet zo snel gaat.
Heb je vragen over dit artikel? Neem dan contact op met je account jurist via 088-1331133 of stuur een mail naar service@deraadgevers.nl